Dat ruimte vooral een beleefde ruimte is die ons gedrag mede bepaalt, ervaren we in het dagelijkse leven. Kijk in een restaurant of wachtkamer maar eens waar mensen gaan zitten. Zitplaatsen met rugdekking genieten de voorkeur. We willen graag zien wie er binnen komt. Kennelijk willen we graag overzicht houden en vermijden we plekken waar we niet kunnen zien wat er achter ons gebeurt. Behalve een veilig gevoel speelt overigens ook nieuwsgierigheid hier een rol.
Kijk naar kleuters die je in een groot gymnastieklokaal laat spelen. Ze zoeken de hoeken en de zijkant op want ze verdrinken in de grote ruimte. Alleen kleine avonturiers doorkruisen de ruimte.
Voetbal is meer een sport voor avonturiers dan bijvoorbeeld turnen of zwemmen. De ruimte waar voetballers zich in bewegen is groter en onvoorspelbaarder dan turnzaal of zwembad. Maar ook voetballers hebben behoefte aan vertrouwen. Ook van hun trainer.
Vertrouwen maakt dat mensen zich meer op hun gemak voelen en is daarmee een voorwaarde voor goed presteren.
Voetballers spelen de helft van de competitie in een vertrouwde ruimte: het thuisvoordeel. Spelen op eigen veld met rondom vooral eigen publiek. Met een gras- of kunstgrasveld waarvan de eigenschappen vertrouwd zijn. Spelers van Ajax waren een aantal jaren geleden beter ingesteld op de glijbaankwaliteit van de grasmat van de Arena in Amsterdam dan de tegenstander. Spelers van Heracles zijn nu duidelijk in het voordeel op de voor hen vertrouwde kunstgrasmat.
Aanvallers zijn vaker avonturiers. Zij proberen hun tegenstanders op onbekend terrein te krijgen en maken de ruimtes het liefst groot en veranderlijk. Een voetballer als Robben heeft als avonturier graag de ruimte om een actie te maken. Medespelers moet daarom zijn ruimte vooral niet dichtlopen. Verdedigers proberen juist het omgekeerde. Zij maken de speelruimtes het liefst klein en vertrouwd door snel in te zakken. Verdedigers kunnen door hun posities de ruimte vaak beter overzien. De doelverdediger ziet zelfs al zijn medespelers en tegenstanders. De ruimte is vóór hem. Lijnkeepers willen dat vaak graag zo houden.
Aanvallers hebben vaak ruimte vóór en in de rug. Dat vereist dus een heel andere waarneming. Zij moeten zich steeds weer in de ruimte oriënteren. Ze moeten weten waar de tegenstanders en medespelers zijn en ze moeten de bal in de gaten houden
Het is grappig om te zien dat al bij jonge kinderen er tijdens de gymnastiekles al grote verschillen aanwezig zijn. Speltypes hebben bijvoorbeeld wat leniger nekjes dan turntypes. Overigens is daar op jonge leeftijd nog veel aan te doen.
Vertrouwen is een voorwaarde voor plezier in bewegen. Plezier in bewegen leidt meestal tot meer bewegen. Iets dat meer dan ooit noodzakelijk is in een wereld waar kinderen steeds dikker worden omdat alleen hun handen actief zijn achter de spelcomputer of de smartphone. Daarom is het noodzakelijk dat er meer bewegingsonderwijs op de basisschool wordt verzorgd door vakleerkrachten.