In 1988 maakte Frits Barends de prachtige documentaire ”Schijnbewegingen”. Johan Cruijff ( destijds trainer van Ajax) en Rudi van Dantzig (artistiek leider van het Nationaal Ballet) kwamen met elkaar in gesprek over raakpunten tussen voetbal en ballet.
Door beiden werd de noodzaak van eindeloos oefenen aan techniek beklemtoond om schoonheid te genereren. De bewegingsillustraties werden verzorgd door hun solisten Marco van Basten en Clint Farha.
I0 jaar later was de eerder beschreven onvergetelijke actie van Bergkamp bij het WK van 98. Een prachtig voorbeeld van de overeenkomst tussen dans en voetbal. Zijn loopbeweging, zijn aanname van de bal en het scorende vervolg was puur ballet. Een prachtige choreografie van ritme en ruimte.
In de Wikipedia wordt kunst gedefinieerd als een product van creatieve menselijke uitingen. Zo bezien is voetbal kunst. Geen beeldende maar bewegende kunst. Op de tribunes en voor de TV kijken we naar een totaalvoorstelling. Voetbalacties laten ballet, theater en drama zien. Die kunstproducties zijn tegenwoordig niet meer vluchtig. Ze kunnen op de TV vertraagd worden weergegeven en in de bibliotheek van Youtube worden opgezocht.
De schoonheid van balletbewegingen zien we bij het ontwijken van tackles bij het maken van schijnbewegingen, kopacties en reddingen van doelmannen. Het drama voltrekt zich na rode kaarten. Drama’s ook na ruzies in het veld. Denk aan de kopstoot van Zidane. Dramatisch is ook de foute beslissing van de scheidsrechter die jammerlijk de voordeelregel niet heeft toegepast en daarmee een doelpunt ontneemt aan de getroffen partij.
Een voetbalwedstrijd is een theatervoorstelling waar spelers, scheidsrechters en coaches de acteurs zijn. Spelers die als stervende zwanen kermend neerzijgen of fopduiken maken. Coaches die voor het publiek duidelijk zichtbaar hun onvermogen uiten of trachten de scheidsrechter te beïnvloeden.
Het publiek is tegelijk toeschouwer én actief onderdeel van dit totaaltheater. Het doet mee, het doet clubsjaals om, hangt zelfgemaakte spandoeken op en reageert fanatiek op gebeurtenissen in het veld. Daarmee beïnvloedt het diezelfde gebeurtenissen op een manier die niet in het script te vinden is.
Bij voetbal is er trouwens ( anders dan bij ballet ) sowieso geen script te vinden. Natuurlijk is er een regisseur, een spelidee en zijn er afspraken maar het moment dicteert. Het is net als bij het wordingsproces van de schilderijen van Karel Appel. Die worden niet eerst voorzichtig met zwarte lijntjes opgezet maar ontstaan als een puur creatieve actie. De witte ruimte van het canvas vraagt om invulling met emotie en kleur. Ook Appel zal vaak verrast zijn geweest door het resultaat van zijn acties.
Het sleutelwoord van kunst is creativiteit die gebaat is bij ruimte om in te gaan op de mogelijkheden van het moment. Daarvoor is vrijheid in het hoofd noodzakelijk. Vijanden van die vrijheid zijn keurslijf en controle. Woorden die de angst voor vrijheid weergeven. Net als in de gewone maatschappij zien we bij voetbal jammer genoeg steeds meer risicomijdend gedrag. Angst regeert te vaak en daardoor ontstaat een teveel aan spanning die de vrijheid remt. Je hoort tegenwoordig steeds meer trainers zeggen dat ze blij zijn met nul tegendoelpunten, een “clean sheet “.
Gevolg: cirkelverdedigingen voor de goal, controleurs op het middenveld en schoppen tegen creatievelingen. Geef mij maar een eindstand 5-4; dat is veel aantrekkelijker dan 0-0.
Een “clean sheet” is een saai wit laken. Het is het witte canvas dat voor Karel Appel pas kunst werd door zijn kleur en emotie. Hij viel zijn witte doek als het ware aan met zijn verf. Wil voetbal kunst worden dan is er maar één motto: Aanvalluh!!!