Magnetisch veld

Volle stadions, hoge kijkcijfers. Kennelijk heeft voetbal een grote aantrekkingskracht voor toeschouwers. Kijk wat de bal doet met de spelers en toeschouwers. Alle gezichten in het stadion volgen de bal. Ze zijn als het ware aan de bal geplakt. Vroeger stonden er in de krant zoekplaatjes van een voetbalsituatie waaruit de bal was weg geshopt. Je moest dan zelf de plek van de bal aangeven. Dat ging het beste door naar de gezichten van de spelers te kijken. De bal is betoverend en werkt kennelijk als een magneet. Dit fenomeen is nog beter te zien bij tenniswedstrijden waar de hoofden steeds heen en weer gaan.

De bal trekt ook echt aan spelers. Kijk maar naar een wedstrijd van de F-pupillen. Je ziet spelertjes op een kluitje die allemaal op zoek naar de bal zijn. Maar ook in Eredivisiewedstrijden is het fenomeen te zien als de bal “over de hele” naar de andere kant van het veld gaat.

In de top kijken spelers steeds minder naar de bal maar steeds meer naar medespelers en tegenstanders. Zij kijken vooral ook naar plekken( gaten) waar ruimte is en nog belangrijker waar ruimte kan ontstaan ( wordende ruimte). Cruijff met zijn split-vision was daar een meester in. Ook ruimte heeft dus aantrekkingskracht. Maar niet alleen de bal en de ruimte trekken spelers aan. Spelers trekken elkaar ook aan. We kijken eigenlijk naar 22 magneten die niet alleen aangetrokken worden door de bal en ruimte maar die zelf ook weer tegenstanders aantrekken.

Spelers die de bal hebben zijn positief geladen. Ze hebben een plusje “want als je de bal niet hebt dan kan je niet scoren”. Een plus staat dus voor een kans op een doelpunt. Hun tegenstanders zijn negatief geladen. Dus die zijn ze allemaal minnetjes, zij willen juist die kans op een doelpunt verkleinen en hebben de neiging naar plus te stromen.

Vrijlopende spelers trekken meer aan de bal dan gedekte spelers en spelmakers als Xavi, Sneyder en van de Vaart krijgen de bal ook meer aangespeeld omdat zij vaker dan gemiddeld productieve acties voor het team kunnen maken. De bal wordt als het ware steeds bij hen in geleverd.

Diezelfde topspelers trekken ook vaak meer dan één tegenstander aan. Vandaar waarschijnlijk dat we ze aantrekkelijke spelers noemen. Vroeger waren alleen spitsen echt aantrekkelijk maar in de ontwikkeling van het voetbal zie je dat ook verdedigers in het bezit van de bal op hun beurt spitsen naar zich toe trekken. We noemen dit het vooruit verdedigen van de aanvallers.

Het grootst is de aantrekkingskracht van aanvallers bij hoekschoppen en vrije trappen schuin voor de goal. Het magneetfenomeen is dan duidelijk zichtbaar. Verdedigers staan bovenop de aanvallers en trekken ze vaak ook letterlijk omver.

Het meest spannend is het spel bij de omschakeling. Balbezit wordt dan balverlies en andersom. Dan draaien de polen in één klap om, dan worden kleine ruimtes plots grote ruimtes en worden de taken van spelers totaal anders. Dan ontstaan er drukverschillen. En de meteoroloog weet: bij grote drukverschillen gaat het vaak stormen. Vooral aan het eind van de wedstrijd, als spelers vermoeid zijn, leidt dat vaak tot problemen en daardoor natuurlijk ook tot kansen en aantrekkelijk spel.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag